Antropologie.
HC 4: Culturele Antropologie en Diversiteit 1 (diversiteitsdenken
en taaktoets 1)
Tijdens het hoorcollege antropologie heb
je uitleg gekregen over de diversiteitscirkel en het wat en hoe van taaktoets
deel 1: begroeten en ontmoeten. Onderstaande vragen gaan over de
diversiteitscirkel en bereiden je deels voor op het maken van taaktoets deel 1.
Vraag 1, 2 en 3 maak je individueel, voorafgaand aan het OT, vraag 4 bespreek
je samen met je klasgenoten in het OT. De uitwerking van vraag 4 plaats je op
de blog.
1) Maak
je eigen diversiteitscirkel. Wees hierin zo volledig mogelijk (Tip! Op de
website http://www.coutinho.nl/retourtjeinzicht2
vind je een blanco format van de diversiteitscirkel, deze kun je eventueel
gebruiken bij het maken van de opdracht).
Sekse/gender: De helft is van ons groepje is man de
andere helft is vrouw.
Religie/levensbeschouwing: Drie van de vier groepsleden zijn
Katholiek en zijn gedoopt, hebben de communie gedaan en het vormsel. We zijn
actief katholiek en als er een bijzondere gebeurtenis is, wordt er een kaars
aangestoken en gaan regelmatig naar de kerk. Een groepslid is niet gelovig en
doet er ook niets mee.
De visie op het leven dus onze levensbeschouwing is een doel hebben in
het leven, gelukkig zijn, goed zijn voor je naasten, respecteren van andere
volkeren en een intrinsiek doel te bereiken.
Etniciteit: Lid een is half Nederlands en half
Kosovaar, lid twee is van Duitse afkomst, en lid drie en vier zijn Nederlands.
Seksuele oriëntatie: Alle vier de groepsleden zijn
heteroseksueel.
Levensfase/generatie: Alle vier de groepsleden zitten in de
adolescentiefase en zijn allemaal student. Twee van de groepsleden wonen op
zichzelf en de andere twee nog thuis.
Talent/handicap: Twee van de groepsleden zijn visueel
beperkt doordat zij slecht ogen hebben
en zonder bril of lenzen niet goed kunnen zien. Verschillende talenten van de
groepsleden zijn muzikaal talent, kunnen goed luisteren, hebben respect voor
elkaar en kunnen goed met mensen omgaan.
Klasse: Alle groepsleden zijn middenklasse, zijn
goed opgevoed en hebben de middelen gekregen om te kunnen studeren.
Professionele socialisatie: Twee groepsleden komen van de havo en de
andere twee komen van het mbo, alle groepsleden doen HBO opleiding.
2) Welke
elementen uit jouw diversiteitscirkel zijn ‘algemeen bekend’ bij je vrienden,
familie, klasgenoten etc.? Op welke identiteitsaspecten ben je trots? Wat mag
iedereen van je weten?
Wij als klasgenoten zijn erg
open tegen elkaar en hebben elkaar goed leren kennen. Alle algemene
dingen weten we van elkaar en weten vrienden ook van ons.
Familie weet meer over onze financiële situatie dan dat je in de klas
meedeelt en daar zijn we het allemaal over eens dat je sommige aspecten privé
houdt. We zijn trots op onze talenten
omdat dit onze kracht is en wij ons hiermee kunnen onderscheiden van andere
mensen. Dit zijn de krachten die wij kunnen inzetten in het werkveld en andere
mensen hiermee kunnen helpen.
3) Welke
elementen uit jouw diversiteitscirkel zijn misschien minder bekend bij je
vrienden, familie, klasgenoten etc.? Op welke identiteitsaspecten ben je
misschien minder trots? Zitten er aspecten in je diversiteitscirkel waar jij je
misschien wel voor schaamt of waarvan je liever niet wil dat anderen dit van je
weten?
Twee groepsleden zijn minder trots op agressiviteit die kan optreden
bij situaties die zich voor kunnen doen. Een groepslid is minder trots op zijn
luiheid omdat hem dit kan belemmeren in zijn schoolprestaties. Een ander
groepslid is minder trots op haar onzekerheid en werkt hieraan om dit minder te
zijn.
4) Bespreek
vraag 1, 2, en 3 in de tutorgroep. Welke inzichten heeft het maken van deze
vragen je opgeleverd? En wat betekent dit voor hoe je taaktoets deel 1,
begroeten en ontmoeten gaat aanpakken? Wat zijn de do’s en dont’s waar je
rekening mee moet houden tijdens het interview?
Het maken van de vragen heeft ons verschillende inzichten gegeven, het
is belangrijk om goed naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor je
medemens. Ook is het belangrijk om empathie te tonen om andere mensen met name
onze doelgroep lichamelijke beperkten waarmee we gaan werken dit blok, te
kunnen begrijpen en te willen begrijpen.
De do’s die wij kunnen toepassen zijn;
-
Inlevingsvermogen
-
Luisteren’
-
Communicatieve
vaardigheden
-
Rekening
houden met de beperking
-
Goede
oriëntatie op de doelgroep
-
Weten
wat je wil vragen/weten tijdens het interview
-
Beleefd
en respectvol blijven tijdens het gesprek
-
Toestemming
vragen aan ouders/begeleiders indien van toepassing
-
Leg je
focus op de ander
-
Benoem
de krachten en vraag over de negatieve
-
Houdt
rekening met de privé wensen van de persoon
-
Houdt
rekening met de anonimiteit
De dont’s waar wij rekening mee moeten houden zijn;
-
Wees
voorzichtig met het naar boven halen van het trauma
-
Onderschat
deze mensen niet
-
Ongelijkwaardig
benaderen
-
Teveel
aandacht leggen op de beperking
-
Woordkeuze
-
Gesloten
vragen stellen
-
Niet rekening
houden met de beperking
-
Vooroordelen
hebben
Geen opmerkingen:
Een reactie posten