We spreken over orgaanbeperking als een bepaald orgaan
niet of onvoldoende functioneert. Een kind met een orgaanbeperking is eigenlijk
altijd ziek. Het verschilt per kind of het kind zich ook ziek voelt, en
bijvoorbeeld school verzuimt. We bespreken enkele voorbeelden van
orgaanbeperkingen.
Orgaanbeperkingen:
•
Huid: allergie
•
Luchtwegen: cara
•
Darmen: coeliakie
•
Alvleesklier: suikerziekte
Allergie
Allergie duidt op een heftige lichamelijke reactie op
stoffen die het lichaam niet verdraagt. Het manifesteert zich vaak op de huid,
maar kan ook inwendige reacties zoals zwellingen teweeg brengen. Kinderen die
allergisch zijn voor bijvoorbeeld voedingsstoffen, weten precies wat ze wel en
niet mogen eten.
Cara/COPD
Cara is een verzamelnaam voor aandoeningen van de
luchtwegen. De belangrijkste zijn astma, chronische bronchitis en longemfyseem.
Tegenwoordig heet cara COPD. Dat betekent
Chronic Obstructive Pulmonary Diseases. Een chronische(niet te genezen)
obstructie (belemmering) van de luchtwegen. Astma is een chronische ontsteking
van de luchtwegen. Dit kan klachten geven, als de luchtweg geprikkeld wordt
door rook, of door pollen. Soms treden, ondanks alle voorzorgsmaatregelen, toch
prikkels op. Dan kun je de luchtwegen verwijden en de ontsteking remmen met
behulp van een medicijn dat je inademt met een inhalator.
Coeliakie
Coeliakie spreek je uit als seuliakie. Het is een
stoornis waardoor je niet tegen gluten kunt. Gluten zijn deeltjes van granen
(tarwe, rogge en dergelijke) die de darmen kapotmaken. Daardoor kan het lichaam
de voedingstoffen niet meer opnemen. Gevolg: diarree, groeistoornissen,
uitputting.
Als je coeliakie hebt, moet je absoluut glutenvrij
voedsel hebben. Het probleem is dat de kleinste hoeveelheid gluten al problemen
geeft. Een vork die in een sopje heeft gezeten van glutenhoudend voedsel, kan
al besmet zijn met gluten.
Suikerziekte
Suikerziekte, ook wel diabetes genoemd, is een ziekte die
niet overgaat. Het is een afwijking van de alvleesklier waardoor er teveel of
te weinig suiker in het bloed kan komen. Er is goed mee te leven door een strak
programma te volgen van op tijd eten en zo nodig op tijd injecties nemen. Mensen
met suikerziekte kunnen aanvallen krijgen: een hypo of een hyper. Als je niet
op tijd eet dan kun je een hypo krijgen. Bij een hypo zit er te weinig suiker
in het bloed. De verschijnselen zijn bijvoorbeeld honger, zweten, bibberig
worden, onscherp zien, flauw vallen. Je hebt dan suiker nodig, bijvoorbeeld een
blokje druivensuiker onder de tong of, als hij bij kennis is, een appel. Als er
teveel suiker in het bloed zit, krijg je een hyper. De verschijnselen zijn bijvoorbeeld
veel plassen en veel drinken. Je hebt dan insuline nodig. Ook rennen kan
helpen, maar dan wel onder begeleiding. Ga in ieder geval nooit zelf dokteren (Menselijk lichaam, 2013).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten