dinsdag 17 juni 2014

Motorische beperking


Een motorische beperking is een beperking die het bewegingsapparaat beïnvloedt. Voorbeelden van motorische beperkingen zijn: 
        Spasticiteit
        Verlamming
        Ontbrekende ledematen
        Aangeboren afwijkingen

Spasticiteit
Spasticiteit is een stoornis in het bewegingsapparaat. Door een fout in de hersenen zijn de  spieren vaak verstijfd, verkrampt.   Een kind dat spastisch is, heeft spieren die in een constante kramp zitten. Het gevolg van die kramp is dat de spieren op den duur korter worden. Daardoor krijg je die vreemde stand van bijvoorbeeld hoofd of handen van spastische mensen. De verkramping van de spieren zorgt ook voor ongecontroleerde bewegingen.

Verlamming
Een verlamming kan aangeboren zijn, of het gevolg zijn van ziekte, denk aan kinderverlamming oftewel polio. Ook na een ongeluk kan verlamming optreden, bijvoorbeeld bij een dwarslaesie.
Het maakt voor het persoon een enorm verschil of de beperking aangeboren is of verworven, zoals dat heet. In zekere zin is iemand met een aangeboren motorische beperking beter af, het weet niet beter. Het kent zijn lichaam niet anders dan zo, en heeft vanaf het eerste moment geleerd wat het wel kan. Het heeft leren kruipen op een manier die bij hem past. Hetzelfde geldt voor lopen, spelen, gereedschappen gebruiken zoals mes en vork.

Een persoon dat door een ongeluk verlamd raakt, heeft een lange weg te gaan. Het moet leren accepteren dat het leven anders is geworden. Het moet leren leven met de beperkingen en weer gaan genieten van wat het nog wel kan. Sommige mensen houden levenslang een vorm van verdriet, andere mensen slagen erin om hun leven op een nieuwe manier in te richten.

Een voorbeeld van een aangeboren motorische beperking is een klompvoet. De stand van de voeten anders is. Een klompvoet heeft de vorm van een golfclub. De oorzaak van klompvoeten is nog niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk spelen erfelijke factoren en omgevingsfactoren een rol.

Bij klompvoeten groeien tijdens de zwangerschap bepaalde spieren, banden en pezen van de voet niet mee met de rest van de voet. Hierdoor trekken deze spieren, banden en pezen de voet in een afwijkende stand. Ook de botten in de voet kunnen vervormen.

Klompvoeten komen ongeveer 3 keer zo vaak voor bij jongens als bij meisjes. Een klompvoet kan zowel bij één of beide voeten voorkomen (Menselijk lichaam, 2013).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten